Kaart 5a
losse informatie pand
 
Utrecht - Wittevrouwenkade 1 2001.0816e
Vervolg Wittevrouwenkade 1                       Bouwhistorische Verkenning bron verwerkt
(....is aangelegd.) (Dit is de volledige bouwhistorische verkenning op 7 kaarten) ag0602

Tweede verdieping

Op deze verdieping is de oorspronkelijke structuur uit 1826-29 grotendeels bewaard gebleven. Blijkens bestek van 1882 hebben hier ook weinig wijzigingen plaatsgevonden. Zelfs de oorspronkelijke kozijnen en paneeldeuren werden gehandhaafd. De interieur-afwerking werd wel geheel vernieuwd, waarbij onder meer stucplafonds zijn aangebracht.

Vergelijking van de plattegronden leert dat er diverse wijzigingen ten aanzien van de tussenwanden hebben plaatsgevonden. Daarbij zijn wanden gesloopt en (na enige tijd) herbouwd, verplaatst en gewijzigd. Het merendeel van de oude deurkozijnen en paneeldeuren is behouden gebleven, echter niet alle op de oorspronkelijke plaats. Ook hier op deze verdieping waren alle schouwen en kachelnissen reeds in 1927 verdwenen. De raamkozijnen dateren uit de bouwtijd (1826-´29), de ramen uit 1882. Slechts een gedeelte van de oude betimmeringen is nog aanwezig. Opvallend is dat de ramen in hun geheel wegschuiven in sparingen in de borstwering. De twee voorste vensters in de zuidelijke zijgevel zijn nieuw toegevoegd omstreeks 1950.

Verder is de originele zoldertrap (een eenvoudige laddertrap) nog aanwezig, zij het niet op de oorspronkelijke plaats. Oorspronkelijk zal deze trap in het verlengde van het trappenhuis aan het zuidelijk einde van de gang hebben gestaan.

Zolder

De grenenhouten kapconstructie is nog geheel oorspronkelijk (1826-´29), afgezien van het feit dat de zakgoot is dichtgezet. Daarmee is het omlopende schilddak gewijzigd in een kap met plat met vier schilden. De hoekschoorstenen zijn gesloopt in 1927, toen ook alle schouwen en kachelnissen zijn verwijderd. De dakkapellen waren reeds verwijderd in 1882. De constructie bestaat uit zware onderslagconstructie in de lengte van

 

het gebouw, die in het midden wordt gesteund door een standvink en aan de beide einden door spantbenen. Aan weerszijden hiervan sluiten zes spanten aan, waarvan de onderste gebinten als halfgebinten zijn uitgevoerd en opgelegd zijn op het onderslaggebint. De vlieringgebinten zijn A-gebinten. Tegen de uiterste spanten sluiten vier halfspanten aan. Ten behoeve van de stabiliteit zijn enkele onderdelen van de constructie doorgekoppeld. De spanten zijn voorzien van gehakte telmerken. De sporen liggen op hun plat.

Uitstek

Gevels

De noordgevel van het uitstek is uitgevoerd in schoon metselwerk. In de onderste zone zijn restanten van een rode specie zichtbaar, die kunnen wijzen op het gebruik van zogenaamd Casiuscement. Het voegwerk is verweerd, maar niet beschadigd. Op een aantal plaatsen zijn de dagstrepen in de lintvoegen nog herkenbaar.

In 1927 is de indeling van de begane grond gewijzigd in verband met de toevoeging van twee deuren, respectievelijk een entree tot de conciërgewoning en een entree voor de stookruimte (van de centrale verwarming uit 1927). Ten behoeve van de plaatsing van de deur van de conciërgewoning zijn de twee voorste vensters opgeschoven, terwijl het omliggende metselwerk werd vernieuwd. Voor de plaatsing van de achterste deur is een venster verwijderd. Oorspronkelijk bevonden zich op de begane grond vijf vensters, volgens dezelfde verdeling als de vensters op de eerste verdieping. Al deze vensters bevatten zesruitsschuiframen, die in hun huidige vorm uit 1882 dateren.

De zuidgevel heeft een uitvoering in schoon metselwerk. Uit de tekeningen blijkt dat de huidige deur en vensters ale uit 1927 en later moeten dateren. Alleen de deur naar de binnenplaats kan van oudere oorsprong zijn, maar moet in dat geval zijn herplaatst.  (Begane grond....) Zie verder volgende kaart